Close

2 augustus 2019

Hervorming van het Burgerlijk Wetboek

Hervorming van het Burgerlijk Wetboek

Op 14 mei 2019 werd de wet gepubliceerd die het raamwerk van een nieuw Burgerlijk Wetboek invoert.

Voor de hervorming van het Burgerlijk Wetboek heeft Minister van Justitie Koen Geens teruggegrepen naar de techniek van de “aanbouwwetgeving”, waarbij in eerste instantie het raamwerk van een nieuw wetboek wordt opgemaakt, waarin vervolgens de verscheidene onderdelen gefaseerd kunnen worden ingevoegd. Vandaag is alvast duidelijk dat dit nieuwe wetboek zal bestaan uit de volgende negen boekdelen: Algemene bepalingen; Personen, familie en relatievermogensrecht; Goederen; Nalatenschappen, schenkingen en testamenten; Verbintenissen; Bijzondere overeenkomsten; Zekerheden;  Bewijs en Verjaring.

De grootste vooruitgang werd tot dusver gemaakt inzake de boekdelen Verbintenissen en Bewijs.  De tekst van Boek 8 – Bewijs werd met dezelfde wet van 13 april 2019 reeds effectief aangenomen door de Kamer en op 14 mei 2019 gepubliceerd in het Staatsblad en wil voornamelijk een versoepeling doorvoeren van het op heden strikte en formalistische burgerlijk bewijsrecht.

Op 3 april 2019 werd ook Boek 5 – Verbintenissen als wetsvoorstel ingediend in de Kamer.  Dit wil het verbintenissenrecht moderniseren op basis van 3 krachtlijnen: evenwicht tussen het zelfbeschikkingsrecht van de partijen en de rol van de rechter als behoeder van de belangen van de zwakke partij en van het algemeen belang, meer rechtszekerheid en meer toegankelijkheid.  Zo krijgt het principe van het verbod op rechtsmisbruik, volgens hetwelk het éénieder verboden is zijn rechten uit te oefenen op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden, een wettelijke erkenning en uitwerking doorheen het hele Boek 5.  Ook bevat dit wetsvoorstel een aantal buitengerechtelijke en zelfs anticipatieve contractuele sancties.  Zo bv. laat de nieuwe sanctie anticipatory breach aan een contractspartij toe om het contract reeds te ontbinden op grond van een verwachte niet-nakoming door de wederpartij, hoewel de verbintenis van deze wederpartij op dat tijdstip nog niet opeisbaar is.

Lucas Bossuyt en Bruno Thoen
De Langhe Advocaten

Gepubliceerd in VOKA – Ondernemers West-Vlaanderen/Oost-Vlaanderen, editie mei 2019.

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN