Ontsnappen aan strafrechtelijke veroordeling: bevoegdheidsdelegatie?
Het uitoefenen van een leidinggevende functie in een onderneming brengt naast een operationele uitdaging veel verantwoordelijkheid met zich mee. Zo kan u als leidinggevende persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor milieumisdrijven, arbeidsongevallen, enz. Onder bepaalde omstandigheden, riskeert u naast een eventuele schadevergoedingsplicht zelfs strafrechtelijk gesanctioneerd te worden. In dit artikel lichten we een aantal voorzorgsmaatregelen toe waardoor u dit kan vermijden.
Niet alleen de vennootschap en formeel aangestelde bestuurders riskeren aansprakelijkheid
Het is een bekend principe dat niet alleen de vennootschap zelf maar ook haar formeel aangestelde bestuurders zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor tekortkomingen in de uitoefening van hun bestuur. Ook personen belast met het dagelijks bestuur (bv. CEO, CFO of COO) en feitelijke bestuurders (i.e. personen die niet officieel werden benoemd tot bestuurder maar in de praktijk wel het bestuur mee waarnemen, zoals een geëngageerde aandeelhouder), dragen een zelfde verantwoordelijkheid.
Noteer eveneens dat het bestuur waarnemen via een vennootschap, waarbij u fungeert als vaste vertegenwoordiger, geen oplossing biedt: een vaste vertegenwoordiger is in dezelfde mate aansprakelijk als de vennootschap die formeel bestuurder is.
Geen uitdrukkelijke fout of opzet vereist
Indien er zich bijvoorbeeld een arbeidsongeval of milieumisdrijf voordoet, komt niet alleen de vennootschap maar eveneens de leidinggevenden en betrokkenen in het vizier. In het Belgisch strafrecht is een uitdrukkelijke fout of opzet zelfs niet vereist. De leidinggevende heeft immers de verantwoordelijkheid om controle uit te oefenen over de werking van de vennootschap. Er kan hem dus een fout worden verweten indien hij deze controletaak niet of niet naar behoren heeft uitgeoefend, of indien hij de bevoegdheid en de middelen had om het misdrijf te voorkomen, maar dit niet deed (zgn. gewilde onwetendheid).
Zodoende kan een leidinggevende aansprakelijk gesteld worden wanneer wordt vastgesteld dat hij geen of onvoldoende toezicht heeft uitgeoefend op de naleving van de wetten en reglementen of wanneer hij geen of onvoldoende leiding en controle heeft uitgeoefend op zijn personeel. Denk maar aan de bestuurder die aansprakelijk wordt gesteld (en zelfs een gevangenisstraf wordt opgelegd) omdat er onvoldoende toezicht op de werf was bij het gebeuren van een dodelijk ongeval.
Delegatie als (gedeeltelijke) oplossing
Deze aansprakelijkheid kan u (deels) temperen door uw bevoegdheden op een zorgvuldige wijze te delegeren. In eerdere rechtspraak is zelfs geoordeeld dat het een absolute noodzaak is om te delegeren in ondernemingen van een bepaalde omvang. Hieronder overlopen we enkele vuistregels om dit op een correcte manier te doen.
Vooreerst kan een bestuurder niet alles delegeren: zo kunnen het zgn. “grote lijnenbeleid” en de essentiële bevoegdheden van uw functie niet worden gedelegeerd. U kunt dus niet uw gehele bestuurstaak aan een ander overlaten. De eindverantwoordelijkheid voor het behoorlijk bestuur van de vennootschap en toezicht over het personeel blijft bij de bestuurder liggen.
Verder is het belangrijk dat u de te delegeren taak strikt omlijnt en delegeert aan een persoon die de nodige professionele bekwaamheid en middelen bezit alsook over een reële beslissingsmacht beschikt om de opgedragen taak naar behoren uit te oefenen. De opdracht dient duidelijk en expliciet te zijn, en u dient steeds na te gaan of de persoon in kwestie wel over de juiste kwalificaties beschikt om de opdracht behoorlijk uit te voeren.
Bovendien moet de persoon zijn opdracht aanvaarden en volledig ingelicht zijn over de grenzen en omvang van zijn opdracht, en dient u op regelmatige wijze te controleren of de taak naar behoren wordt verricht. Ook kan u beter vermijden dat de betrokken persoon de toegewezen taken zonder uw medeweten aan een ander delegeert.
Ten slotte wensen wij u te wijzen op het belang om een schriftelijk spoor na te laten. Dit kan aan de hand van schriftelijke rapportering of via correspondentie (e-mail, sms, etc.). Zo kunt u op een vrij eenvoudige manier bewijzen dat u zorgvuldig hebt gedelegeerd alsook dat u de nodige controle hebt uitgeoefend.
Een correcte delegatie van bevoegdheden aan de hand van een doordacht risk management, gekoppeld aan een doorgedreven responsabilisering, kan het risico op strafrechtelijke verantwoordelijkheid aanzienlijk verminderen. Let wel, dit is geen heilige graal waardoor u uw aansprakelijkheid volledig ontloopt: behoorlijk bestuur en toezicht blijven essentieel.
Sara Burm en Nicolas Nimmegeers
De Langhe Advocaten
Gepubliceerd in Voka Oost-Vlaanderen, editie april 2022