Close

8 augustus 2017

Zomerakkoord biedt perspectief voor de BTW-behandeling van onroerende verhuur

Zomerakkoord biedt perspectief voor de BTW-behandeling van onroerende verhuur

Naast de reeks hervormingen in de vennootschapsbelasting waarover de federale regering een akkoord heeft bereikt en waarover wij u eerder informeerden, werd ook een belangrijke aanpassing van de BTW-behandeling van onroerende verhuur aangekondigd.

Op dit moment wordt onroerende verhuur vrijgesteld van BTW. Deze vrijstelling leidt ertoe dat een verhuurder van een onroerend goed geen BTW kan aanrekenen over de huurgelden en dat hij de BTW die hij eventueel heeft moeten betalen naar aanleiding van de verwerving, renovatie of oprichting van het onroerend goed, in principe niet kan aftrekken. Vandaar dat er in het verleden vaak een toevlucht werd gezocht tot o.m. erfpachtconstructies, leasing- of terbeschikkingstellingsovereenkomsten. Dergelijke alternatieven zijn weliswaar BTW-neutraal maar in sommige gevallen te complex in vergelijking met een gewone huurovereenkomst.

De toekomstige regeling die de federale regering vooropstelt, zou neerkomen op een optioneel stelsel waarin de verhuur van onroerende goederen aan de BTW kan worden onderworpen wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan.

De modaliteiten van de nieuwe regeling zijn op vandaag nog niet gekend. In ieder geval zouden enkel de contracten gesloten vanaf 1 januari 2018 hiervoor in aanmerking komen. De contracten uit het verleden zouden uitdrukkelijk worden uitgesloten.

Ondanks de uitsluiting van de contracten die zijn gesloten vóór 1 januari 2018, menen wij dat deze wijziging interessante opportuniteiten biedt voor de BTW-kosten die u in het verleden met betrekking tot uw onroerend goed heeft gemaakt. Onder voorbehoud van een lezing van de uiteindelijke wetgevende teksten, lijkt het er immers op dat er een recht op aftrek van historische BTW zal worden toegestaan, d.w.z. dat u het recht op aftrek van BTW kan uitoefenen op bedrijfsmiddelen waarvoor de herzieningstermijn van 15 jaar nog niet is verstreken. Daarnaast kan er, voor wat betreft de contracten die dateren van vóór de vermelde datum, beoordeeld worden wat de mogelijkheden zijn op het vlak van een vervroegde beëindiging en/of hernieuwing. Hierbij zal er wel aandacht moeten worden besteed aan de fiscale antimisbruikbepaling.

Van zodra definitieve teksten beschikbaar zijn, zullen wij u hierover uitgebreider berichten.

 

Frank De Langhe en Kim Bronselaer

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN