Close

3 augustus 2022

Nieuw voorontwerp van wet voor fiscale fraudebestrijding: ruimere bevoegdheden voor de fiscus op komst

De minister van Financiën maakte enige tijd geleden in de media bekend dat er een actieplan werd gefinaliseerd dat zich richt op fiscale fraudebestrijding.  Hieruit zou voor de overheid vanaf 2024 jaarlijks één miljard euro aan opbrengsten moeten voortvloeien.  Ondertussen werd dit actieplan reeds in een voorontwerp van wet gegoten.  Hiermee verleent men steeds meer bevoegdheden aan de fiscus, maar wat met de bescherming van de belastingplichtigen?

Uitbreiding van de onderzoeks- en aanslagtermijnen

De gewone onderzoeks- en aanslagtermijnen bedragen thans drie jaar.  Onder andere wanneer er aanwijzingen van fraude zijn, worden deze verlengd tot zeven jaar voor zover de belastingplichtige hiervan voorafgaandelijk schriftelijk en op nauwkeurige wijze kennis heeft genomen.  Daarnaast beschikt de fiscus over een onderzoeks- en aanslagtermijn van tien jaar ingeval van buitenlandse juridische constructies in een belastingparadijs, die ertoe strekken de herkomst of het bestaan van een vermogen te verhullen.  

Het voorontwerp van wet beoogt de onderzoeks- en aanslagtermijnen in de toekomst verder uit te breiden.  Voor “laattijdige aangiftes” en bij niet-aangifte zou een termijn van vier jaar gelden in plaats van drie jaar.  Een aangifte wordt op vandaag als laattijdig beschouwd wanneer de indieningstermijn niet werd gerespecteerd.  

Ingeval van aanwijzingen van fraude zou de fraudetermijn verlengd worden van zeven naar tien jaar.  Ook wanneer er sprake is van “complexe aangiftes” zou de termijn tien jaar bedragen, zelfs bij afwezigheid van aanwijzingen van fraude.  Het begrip “complexe aangiftes” werd in het voorontwerp van wet zeer ruim gedefinieerd.  Niet alleen internationale structuren en multinationale ondernemingen, maar bij uitbreiding alle situaties met een grensoverschrijdend karakter worden geviseerd.  Onder meer de volgende situaties zouden wijzen op een aangifte met een complex karakter:  

  • het vrijstellen van winsten of baten op basis van een dubbelbelastingverdrag; 
  • de verrekening met het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting; 
  • ondernemingen die een landenrapport moeten indienen;  en 
  • het vermelden van het bestaan, in een andere staat, van een juridische constructie.

Indien zich één van deze voormelde situaties voordoet, zal de aangifte in haar geheel complex zijn en bijgevolg volledig onderworpen worden aan de tienjarige onderzoeks- en aanslagtermijnen.  Deze zeer ruime definitie van “complexe aangiftes” brengt echter rechtsonzekerheid voor belastingplichtigen met zich mee.  Ook het feit dat de volledige aangifte aan de tienjarige onderzoeks-en aanslagtermijn wordt onderworpen en niet enkel het grensoverschrijdend aspect dat zich hierin bevindt, is disproportioneel te noemen.  Bovendien gaat de tienjarige onderzoeks- en aanslagtermijn tevens gepaard met een bewaarplicht van tien jaar voor de belastingplichtige. 

Ten slotte voorziet het voorontwerp van wet dat de voorafgaande kennisgeving van aanwijzingen van fraude, wanneer de fiscus de fraudetermijn wil toepassen, zal worden afgeschaft.  Men stelt dat de afschaffing van deze voorafgaande kennisgeving tot doel heeft de procedure inzake de directe belastingen te laten overeenstemmen met de procedure uit de btw, waarin een dergelijke kennisgeving niet vereist is.  Deze wijziging zou volgens de wetgever leiden tot duidelijkheid voor de belastingplichtige. 

Dwangsommen bij het verhinderen van controles door de fiscus  

De fiscus beschikt over de mogelijkheid om binnen de onderzoekstermijnen o.a. een controle uit te oefenen bij de belastingplichtige.  Aangezien de fiscus dit recht in de praktijk vaak ruim opvat, door bijvoorbeeld een kopie van de volledige server te nemen en niet uitsluitend van de fiscaal relevante gegevens, komt het voor dat een belastingplichtige dergelijke controles dwarsboomt door bijvoorbeeld, in dit geval, een elektronische storing uit te lokken.  Het voorontwerp van wet wenst de medewerkingsplicht van belastingplichtigen te versterken door het opleggen van dwangsommen.  Deze dwangsommen zullen uitsluitend door de rechter, zetelend zoals in kort geding, kunnen worden opgelegd aan belastingplichtigen die weigeren mee te werken aan de controle.  

Diverse andere bevoegdheidsuitbreidingen

Naar verluidt zullen de bevoegdheden van de fiscus ook nog in andere gevallen toenemen.  De consultatie door de fiscus van het UBO-register en het Centraal Aanspreekpunt zouden bijvoorbeeld worden uitgebreid.  Daarnaast zouden er ook nog maatregelen gepland zijn die voorzien in een verruiming van het toepassingsgebied van de Common Reporting Standard-regeling.  

Daarnaast is er een wetsontwerp uitgevaardigd aangaande dataretentiewetgeving.  Als gevolg daarvan zullen telecomoperatoren moeten bijhouden met wie je belde, wanneer je belde en hoe vaak je belde.  De fiscus zou deze telefoniegegevens kunnen opvragen zonder dat hiervoor een voorafgaande tussenkomst van een onderzoeksrechter vereist is.  Door in telefoniegegevens te snuisteren, zou de fiscus aldus veel informatie op het spoor kunnen komen die zij kan aanwenden om nadien een fiscaal onderzoek op te starten.  

Opnieuw komen de rechten van de belastingplichtige duidelijk in het gedrang.  Vooreerst stelt de Grondwet dat het briefgeheim onschendbaar is.  Deze bepaling dient ruim te worden opgevat zodat zij ook de bescherming van alle communicatie inhoudt.  Daarenboven worden onder andere ook het recht op privacy, de bescherming van het privéleven en de bescherming van de persoonsgegevens geschonden.  

Besluit   

Het voorontwerp van wet voorziet op diverse vlakken in vergaande bevoegdheidsuitbreidingen voor de fiscus. De onderzoeks- en aanslagtermijnen van tien jaar zouden zowel van toepassing zijn bij aanwijzingen van fraude alsook bij “complexe aangiftes”.  Bijgevolg zou men hierdoor belastingplichtigen die zich in een grensoverschrijdend kader bevinden, zelfs bij afwezigheid van aanwijzingen van fraude, op gelijke wijze behandelen als fraudeurs.  Bovendien brengt de ruime definiëring van het begrip “complexe aangiftes” verregaande ongewenste gevolgen en rechtsonzekerheid met zich mee voor de belastingplichtigen.  

De impact van het voorontwerp van wet is zeker niet gering.  Toch blijft het echter afwachten of dit voorontwerp ook effectief zal worden goedgekeurd.  Diverse punten zijn nu reeds niet onbesproken…   

Evert Moonen – Eline Depaepe
De Langhe Advocaten

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN