Close

9 oktober 2017

Meer duidelijkheid over de effectentaks

Meer duidelijkheid over de effectentaks

De federale regering heeft een akkoord bereikt over de modaliteiten van de in het Zomerakkoord aangekondigde effectentaks.

1. Principe

De effectentaks is een heffing die zal worden geheven indien een “effectenrekening” een waarde heeft van meer dan 500 000,00 EUR.  In dat geval zal u een heffing van 0,15% betalen over de totale waarde van de rekening in kwestie.

Zowel rijksinwoners als niet-rijksinwoners zullen de effectentaks verschuldigd zijn.  Effecten gehouden via een vennootschap zullen niet onderworpen zijn aan deze taks.

Het lijkt erop dat de bank waar de effectenrekening wordt aangehouden de taks zal moeten inhouden en doorstorten naar de Schatkist.  De bank zal de taks jaarlijks op 1 oktober innen, op basis van vier meetpunten, telkens op het einde van het kwartaal, waarbij de referentieperiode van 1 oktober tot 30 september loopt.  De taks zal verschuldigd zijn wanneer de gemiddelde waarde van de effectenrekening op deze vier meetpunten de grens van 500 000,00 EUR overschrijdt.

Wanneer een rekening in onverdeeldheid wordt aangehouden (bv. in het geval van een echtpaar), zal de waarde worden gedeeld door het aantal onverdeelde eigenaars.  De bank zou er in principe steeds van uit gaan dat elke onverdeelde eigenaar een gelijk aandeel heeft maar hierop zouden op een later tijdstip (d.i. na de inhouding van de taks) correcties kunnen worden aangebracht door de fiscus.  Let wel, een rekening waarop een vruchtgebruik werd gevestigd, is geen rekening in onverdeeldheid.

Wanneer iemand effectenrekeningen bij meerdere banken heeft, waarvan de gezamenlijke waarde het bedrag van 500 000,00 EUR overschrijdt, kan de eigenaar de banken hieromtrent informeren met het oog op de inhouding van de effectentaks.

Ten slotte zal iemand met een buitenlandse effectenrekening bij een bank die de taks niet inhoudt, zelf een aangifte moeten indienen met het oog op de betaling van de taks.

2. Welke producten worden geviseerd?

De volgende effecten worden geviseerd:

  • beursgenoteerde aandelen;
  • obligaties (al dan niet beursgenoteerd);
  • beleggingsfondsen;
  • kasbons;  en
  • warrants.

Vallen bijgevolg niet onder het toepassingsgebied van de taks:

  • niet-beursgenoteerde aandelen;
  • aandelen op naam;
  • pensioenspaarfondsen;
  • beursproducten met een hefboom;
  • opties;  en
  • levensverzekeringen.

3. Forse boetes

De fiscus krijgt de bevoegdheid om inlichtingen te vragen bij banken om één en ander te controleren.  Hoe deze bevoegdheid in overeenstemming zal worden gebracht met de huidige bepalingen inzake het bankgeheim, is op vandaag nog onduidelijk.

De eigenaars van effectenrekeningen die te kwader trouw geen informatie over hun rekeningen verstrekken of geen aangifte indienen, zullen in ieder geval een boete van 750,00 EUR tot 1 250,00 EUR riskeren.  Mogelijk wordt de effectentaks in dat geval verhoogd van 0,15% naar 0,45%.

4. Nog vele vragen en hindernissen …

Noteer dat het momenteel om een louter politiek akkoord gaat dat verder juridisch moet worden uitgewerkt.  Zo zal de uiteindelijke tekst van de wet nog moeten worden voorgelegd aan de Raad van State en goedgekeurd in het parlement.  Dat lijkt een moeilijk proces te worden aangezien er nu al vragen rijzen over een mogelijke schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.

Zo kan men zich afvragen of er zich geen problemen stellen wanneer een eigenaar van een effectenrekening met een waarde van 500 000,00 EUR geen effectentaks verschuldigd is terwijl een eigenaar van een effectenrekening met een waarde van 500 000,01 EUR deze wel verschuldigd is en bovendien over de gehele waarde.  De Raad van State kan hieromtrent opwerpen dat de effectentaks enkel verschuldigd mag zijn over het gedeelte dat deze limiet overschrijdt.

Daarnaast kan worden verwacht dat personen met een effectenrekening die binnen het toepassingsgebied van de wet zal vallen, op zoek zullen gaan naar alternatieve beleggingsproducten, zoals de effecten die hoger staan vermeld, doch bv. ook hun toevlucht zullen zoeken in termijnrekeningen of vastgoed.

De wetgever zal ook nog opheldering moeten bieden over de waardering van obligaties teneinde te kunnen nagaan of de limiet van 500 000,00 EUR is bereikt.  Uit de media bleek dat men vooralsnog uitgaat van de beurskoers, die evenwel een vertekend beeld kan geven van de werkelijke waarde van de obligatie daar de handel hierin vaak niet op de beurs maar tussen banken onderling plaatsvindt, ook al betreft het een beursgenoteerde obligatie.

Een laatste fundamentele onduidelijkheid betreft de concrete inhoudingsmogelijkheden van de bank waar de effectenrekening wordt aangehouden wanneer er geen cash op de rekening staat om de taks te betalen.  Mogelijk zal de bank in dat geval gemachtigd zijn om een deel van de portefeuille te realiseren (zoals vandaag het geval is voor de anticipatieve heffing in het kader van het pensioensparen), tenzij de rekeninghouder een andere zichtrekening aanhoudt met het oog op de debitering van de taks.

Het wordt dan ook afwachten wat de uiteindelijke inhoud van de wetgeving inzake de effectentaks zal zijn.

De regering hoopt dat deze vermogensbelasting light in 2018 minstens 254 000 000,00 EUR zal opbrengen.  De toekomst zal uitwijzen of dit realistisch is.  Eerdere voorbeelden zoals de speculatietaks en de kaaimantaks tonen aan dat beleggers niet onbekend zijn met het principe van de minst belaste weg dan wel hun beleggingsgedrag aanpassen aan de nieuwe fiscale omstandigheden.

Kim Bronselaer – Evert Moonen

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN