Close

15 april 2025

Inbreng van aandelen in holding, gevolgd door kapitaalvermindering? Fiscaal misbruik!

Een fiscaal vriendelijke manier om reserves uit uw vennootschap te halen, bestaat erin om uw aandelen te verkopen aan een door uzelf gecontroleerde (holding)vennootschap die deze reserves belastingvrij aan zichzelf kan uitkeren om vervolgens de verkoopprijs te voldoen. De jarenlange kritiek op deze methodiek vanwege de Administratie, heeft geleid tot een variant die recent door de Hoven van Beroep van Antwerpen en Luik werd beoordeeld.

Gekende holdingconstructie

Om fiscaal optimaal geld uit uw vennootschap te halen, kan u als aandeelhouder-natuurlijke persoon de aandelen van uw werkvennootschap verkopen aan een zelf opgerichte holding met een belastingvrije meerwaarde. Vervolgens keert de werkvennootschap haar reserves uit aan die holding. Die uitkering is vrijgesteld van roerende voorheffing en vennootschapsbelasting (door de DBI-aftrek).  Hiermee kan de holding de prijs van de aandelen betalen. Het resultaat is dat de voormalige aandeelhouder-natuurlijke persoon van de werkvennootschap de reserves ervan belastingvrij kan verkrijgen.

Het opzetten van dergelijke holdingconstructies werd al vaak bekritiseerd door de Administratie en de Dienst Voorafgaande Beslissingen. Enkel de oprichting van een holdingconstructie met zuiver zakelijke doeleinden (niet-fiscale motieven), zoals het aantrekken van nieuwe investeerders of het regelen van opvolging binnen de familie, werd onder strikte voorwaarden aanvaard. Ook de rechtspraak is hiervoor kritisch.

Variante constructie vangt eveneens bot

Recent oordeelden de Hoven van Beroep van Antwerpen en Luik over een variant, wellicht ingegeven door de hoger vermelde kritiek. Deze variant bestaat erin dat (1) de aandeelhouder-natuurlijke persoon de aandelen van de werkvennootschap inbrengt in de zelf opgerichte holding  (in plaats van ze te verkopen). (2) Bijgevolg verkrijgt de natuurlijke persoon geen cash maar aandelen.  Hierdoor beschikt de holding over een groot kapitaal. (3) Vervolgens gaat ze over tot een kapitaalvermindering waarvan de uitbetaling, bij gebrek aan voldoende liquiditeiten, voorlopig verschuldigd blijft (via inschrijving op de rekening-courant van de aandeelhouder).

In datzelfde jaar keert de werkvennootschap haar reserves uit aan de holding met vrijstelling van roerende voorheffing en toepassing van de DBI-aftrek. Het eindresultaat is ook hier de belastingvrije uitkering van de reserves van de werkvennootschap aan de aandeelhouder.

Over deze feiten oordeelde het Hof van Beroep van Antwerpen dat er sprake was van fiscaal misbruik. Onder andere de combinatie en het tijdsverloop tussen de inbreng van de aandelen in 2013, de kapitaalvermindering in 2017 zonder vernietiging van aandelen en de financiering van de kapitaalvermindering door de werkvennootschap aan de hand van dividenduitkeringen, gaven hiertoe de aanleiding.

Het Hof van Beroep van Luik oordeelde over een gelijkaardige zaak waarbij eerst de reserves van de werkvennootschap aan de holding werden uitgekeerd, gevolgd door een belastingvrije kapitaalvermindering van de holding. De holding beschikte nooit over financiële middelen om een werkelijke economische activiteit te ontwikkelen. De kort opeenvolgende combinatie van de inbreng van de aandelen in een zelf opgerichte holding en de dividenduitkeringen gevolgd door een belastingvrije kapitaalvermindering gaven ook hier aanleiding tot fiscaal misbruik.

Conclusie

Tot op vandaag is het geen sinecure om reserves van een werkvennootschap belastingvrij uit te keren door middel van holdingconstructies. Hiervoor is een sterke zakelijke onderbouwing vereist aan de hand van niet-fiscale motieven. Wel ligt de bewijslast nog steeds bij de Administratie om aan te tonen dat er sprake is van fiscaal misbruik. Hij moet immers kunnen bewijzen dat de verrichte handeling in strijd is met de fiscale wet en met de bedoeling om belastingen te ontwijken.

Lan Yi Verbauwhede en Evert Moonen
De Langhe Advocaten

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN