Het “voorbereidend akkoord” en andere (tijdelijke) hervormingen van de insolventiewetgeving: een doeltreffend vaccin in tijden van economische malaise?
Naast allerlei steunmaatregelen in het kader van de coronapandemie genoten bedrijven tot en met 31 januari 2021 ook van een wettelijke bescherming tegen faillissement. Met de wet van 11 maart 2021 gooit de wetgever het over een andere boeg door de procedure tot gerechtelijke reorganisatie te versoepelen. Wij zetten voor u de belangrijkste wijzigingen op een rijtje.
Minder formalistische houding bij de aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie
Uit onderzoek bleek dat de strikte formaliteiten voor een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie een aanzienlijke hinderpaal vormden. Door onder meer te voorzien in de mogelijkheid om een onvolledige aanvraag te regulariseren (en dit tot 2 dagen voor de zitting) en de procedure elektronisch te doorlopen, hoopt de wetgever dat meer ondernemingen beroep zullen doen op de procedure van de gerechtelijke reorganisatie.
Het “voorbereidend akkoord” of de “pre-packaged insolvency procedure”
Een onderneming kan de rechter verzoeken tot aanstelling van een gerechtsmandataris die de aanvragende onderneming moet bijstaan in het opmaken van een reorganisatieplan of het voorbereiden van een minnelijk akkoord met de schuldeisers. De gerechtsmandataris zal nagaan of een akkoord of herstructurering überhaupt een oplossing kan bieden voor de onderneming, zonder dat er ruchtbaarheid aan wordt gegeven door publicatie in het Belgisch Staatsblad. De gerechtsmandataris kan ook om bijkomende maatregelen verzoeken (zoals de tijdelijke opschorting van betaling van bepaalde schulden; maximaal 4 maanden) en kan een akkoord met één of meerdere schuldeisers reeds door een rechter laten vastleggen. Wanneer de gerechtsmandataris van oordeel is dat een minnelijk akkoord niet mogelijk is of een herstructurering geen slaagkansen biedt, legt hij zijn mandaat neer. Indien de procedure tot gerechtelijke reorganisatie wordt geopend, blijft de gerechtsmandataris de onderneming met kennis van zaken bijstaan.
Uitbreiding van de mogelijkheid tot aanstelling van een gerechtsmandataris
Vóór de nieuwe wet konden het openbaar ministerie en elke belanghebbende reeds de aanstelling van een gerechtsmandataris vorderen wanneer er kennelijk grove tekortkomingen waren die de economische activiteit en continuïteit van de onderneming in gevaar brachten. Ook de onderneming zelf kan nu een dergelijke maatregel verzoeken. Bovendien is het voldoende dat de “onbestuurbaarheid” van de onderneming aangetoond wordt zonder dat deze een gevolg is van kennelijke grove tekortkomingen in hoofde van het bestuur.
Het fiscaal gunstregime voor de aftrek van waardeverminderingen wordt uitgebreid
Wanneer in het kader van een gerechtelijk akkoord een schuld werd kwijtgescholden door een schuldeiser, kon deze de waardevermindering die hieruit voortvloeit, onmiddellijk fiscaal in aftrek nemen. Een buitengerechtelijk akkoord met dezelfde inhoud, kon echter geen aanleiding geven tot deze aftrek.
Hier komt nu verandering in. Met het oog op het plaveien van een praktische en efficiënte weg naar akkoorden betreffende schuldkwijtscheldingen, wordt dit fiscaal gunstregime nu ook uitgebreid naar de akkoorden die buiten de procedure van de gerechtelijke reorganisatie worden bereikt. Tegelijkertijd wordt de controle op mogelijke misbruiken behouden door de tussenkomst van een door de voorzitter aangestelde ondernemingsbemiddelaar en de homologatie ervan door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.
Dit betekent uiteindelijk zowel voor de partijen als voor de ondernemingsrechtbanken een substantiële ontlasting. Door de uitbreiding van deze fiscale incentive, wordt het bereiken van een buitengerechtelijk akkoord immers ook voor schuldeisers des te interessanter.
Evaluatiemogelijkheid en duurtijd
Voorgaande maatregelen (met uitzondering van de fiscale, die definitief is) verliezen hun uitwerking in principe op 30 juni 2021 maar de wetgever heeft voorzien in een mogelijkheid tot verlenging alsook in een mandaat aan de minister om de doeltreffendheid van de maatregelen uiterlijk op 15 juni 2021 te evalueren en indien gewenst de nodige bijsturingen voor te stellen. To be continued…
Gepubliceerd in VOKA – Ondernemers, VOKA Kamer van koophandel Oost-Vlaanderen, editie juni 2021