Close

1 februari 2018

Hervorming huwelijksvermogensrecht: gevolgen voor de familiaal ondernemer

Wijziging huwelijksvermogensrecht gevolgen ondernemer matrimonial property law impact entrepreneur

Eind 2017 werd het wetsvoorstel tot hervorming van het huwelijksvermogensrecht ingediend in de Kamer. Uit het wetsvoorstel blijkt dat een aantal wijzigingen van belang zullen zijn voor ondernemers.

Huwelijksstelsels

Op dit moment bestaan er 3 huwelijksstelsels:

  • het wettelijk stelsel, waarbij de goederen van de echtgenoten opgedeeld worden in 3 vermogens. Er zijn de eigen vermogens van elk van de echtgenoten, die alle goederen omvatten die de echtgenoten bezaten vóór het huwelijk en de goederen die zij tijdens het huwelijk via een nalatenschap of via een erfenis hebben verkregen. Daarnaast is er het gemeenschappelijk vermogen dat alle beroepsinkomsten en overige inkomsten verkregen tijdens het huwelijk bevat;
  • het gemeenschapsstelsel, waarbij het gemeenschappelijk vermogen conventioneel wordt uitgebreid;
  • het stelsel van scheiding van goederen, waarbij ieder van de echtgenoten zijn eigen vermogen behoudt, zonder gemeenschappelijk vermogen.

Deze huwelijksstelsels worden ook na de hervorming van het huwelijksvermogensrecht behouden. Het wetsvoorstel voorziet evenwel in een aantal maatregelen die meer rechtvaardigheid beogen en een beter evenwicht tussen beroepsuitoefening en solidariteit.

Onderscheid eigendomsrecht – vermogenswaarde

Op vandaag zijn beroepsgoederen eigen goederen, zelfs al worden zij tijdens het huwelijk aangekocht met gemeenschappelijke gelden. Bij ontbinding van het huwelijksstelsel kan de ondernemer deze goederen behouden, maar is er een vergoeding verschuldigd aan het gemeenschappelijk vermogen. De huidige wettelijke regeling voorziet dat deze overname moet gebeuren aan de aanvankelijke koopwaarde. Veelal zullen deze beroepsgoederen bij de ontbinding van het huwelijk echter weinig of niets meer waard zijn.

Het wetsvoorstel past hier een mouw aan. De nieuwe regeling voorziet dat het eigendomsrecht steeds een eigen goed is van de ondernemer, maar dat de economische waarde gerealiseerd tijdens het huwelijk gemeenschappelijk is. Concreet betekent dit dat de ondernemer bij de ontbinding van het huwelijk de beroepsgoederen mag behouden; de ondernemer is evenwel een vergoeding verschuldigd aan de andere echtgenoot die gelijk is aan de waarde die de beroepsgoederen nog hebben bij ontbinding van het huwelijk.

Oppotten beroepsinkomsten in een vennootschap

Wanneer echtgenoten gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel, behoren beroepsinkomsten in principe tot het gemeenschappelijk vermogen. Oefent één van de echtgenoten zijn beroep uit in een vennootschap waarvan de aandelen eigen goederen zijn, zou hij/zij de inkomsten kunnen oppotten in deze vennootschap. Bij ontbinding van het huwelijk zullen de in de vennootschap opgepotte inkomsten eigen blijven, niettegenstaande het eigenlijk beroepsinkomsten zijn die tot het gemeenschappelijk vermogen hadden moeten behoren.

Het wetsvoorstel wenst deze onbillijke situatie weg te werken en voorziet voor echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel dat de echtgenoot die de beroepsinkomsten oppot in een vennootschap die tot zijn eigen vermogen behoort, voortaan een vergoeding verschuldigd is aan de andere echtgenoot.

Solidariteit bij scheiding van goederen

Bij het stelsel van scheiding van goederen is er geen gemeenschappelijk vermogen, maar heeft ieder van de echtgenoten zijn/haar eigen vermogen. Ondernemers doen vaak een beroep op dit huwelijksstelsel, teneinde de andere partner te beschermen tegen beroepsschuldeisers indien er iets misloopt.

Wanneer de andere echtgenoot zijn/haar carrière opzij zet om voor het gezin te zorgen en nadien het huwelijk ontbonden wordt, bestaat het risico dat deze echtgenoot met quasi lege handen achterblijft.

Teneinde meer solidariteit in te bouwen, voorziet het wetsvoorstel dat (toekomstige) echtgenoten voortaan zullen kunnen kiezen voor een vierde, nieuwe wettelijke regeling, m.n. het stelsel van scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten.

Concreet blijven de echtgenoten gehuwd onder een zuivere scheiding van goederen, maar wordt bij de opmaak van het huwelijkscontract afgesproken hoeveel procent de andere echtgenoot kan krijgen in geval van ontbinding van het huwelijk. De economisch sterkere echtgenoot zal in dat geval bij ontbinding van het huwelijk een geldsom moeten betalen aan de economisch zwakkere echtgenoot.

Inwerkingtreding

De wet dient nog het parlementair proces te doorlopen. Het doel is om het nieuwe regime op 1 september 2018 in werking te doen treden, samen met de inwerkingtreding van de regels inzake het nieuwe erfrecht.

Frank De Langhe – Nicolas Lauwers

Gepubliceerd in VOKA – Ondernemers Oost-Vlaanderen, editie 2, februari 2018

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN