Close

16 december 2022

Fiscus dient het beroepsgeheim van de advocaat te allen tijde te eerbiedigen

In een zaak die recent beslecht werd door het Hof van Beroep te Antwerpen werd geoordeeld dat de fiscus vertrouwelijke briefwisseling tussen de belastingplichtige en zijn advocaat, dewelke wordt bekomen naar aanleiding van een fiscale visitatie, niet mag gebruiken in een procedure tegen de belastingplichtige.

Feiten

Twee gehuwden waren samen bestuurder van 3 vennootschappen waarbij de fiscus overging tot een fiscale visitatie. Deze visitatie resulteerde in omvangrijke aanslagen in de vennootschapsbelasting waardoor de vennootschappen het faillissement dienden aan te vragen. Enige tijd later ontving het echtpaar opeenvolgende vragen om inlichtingen betreffende de door hen ingediende aangiften in de personenbelasting. Door de inzage in hun administratief dossier vernam het echtpaar dat er destijds bij de vennootschappen een tweede fiscale visitatie, in hun afwezigheid, had plaatsgevonden. Daarbij kopieerde de fiscus alle gegevens op de computers, waaronder ook de mailboxen waarin zich het mailverkeer tussen het echtpaar en hun advocaat bevond. De fiscus poogde het mailverkeer met de advocaat gevolglijk in een procedure tegen de belastingplichtige te gebruiken. 

De rechtspraak fluit de fiscus terug

De Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen berispte de fiscus voor deze aanpak. De rechtbank oordeelde dat een inbreuk op het recht op eerbiediging van de vertrouwelijkheid van de briefwisseling en mogelijks ook een inbreuk op het recht van verdediging voorlag door middel van de kopiename. Derhalve werd een sekwester aangesteld over alle bestanden die de fiscus tijdens de visitatie had gekopieerd. Deze bestanden dienden vervolgens door de stafhouder van de Balie van Antwerpen te worden onderzocht op hun vertrouwelijk karakter, waarop de stafhouder de naleving en handhaving van het beroepsgeheim tussen belastingplichtigen en de advocaat zou kunnen waarborgen door de vertrouwelijke gegevens uit het dossier te zuiveren.  

Na de uitspraak van de Rechtbank van Eerste Aanleg werd de zaak aanhangig gemaakt bij het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Hof bevestigt de beschikking van de Rechtbank van Eerste Aanleg, maar gaat daarbij minder ver in haar motivering daar zij zich niet uitspreekt over mogelijke schendingen van verschillende grondrechten. Het Hof stelt louter dat de vordering ertoe strekt om de vertrouwelijke briefwisseling tussen de belastingplichtige en zijn advocaat uit handen te nemen van de fiscus zodat deze niet verder kan worden aangewend in een procedure. Eén en ander zou immers ernstige schade kunnen opleveren voor de belastingplichtigen waardoor de aanstelling van een sekwester gerechtvaardigd was en de stafhouder de “uitgelezen persoon” was voor een uitzuivering van de vertrouwelijke gegevens.

Daarenboven oordeelt het Hof dat het niet relevant is of alle briefwisseling tussen de advocaat en de belastingplichtige vertrouwelijk is, maar dat het volstaat dat deze vertrouwelijk kan zijn waardoor een schending van het beroepsgeheim en het recht op eerbiediging van het privéleven kan voorliggen. Of deze grondrechten daadwerkelijk werden geschonden, dient evenwel door de rechter ten gronde te worden beoordeeld. 

Baanbrekende uitspraak voor de toekomst

De Orde van de Vlaamse Balies heeft reeds in het verleden, na meerdere verzoeken van verschillende advocaten, gewezen op het belang om mogelijke vertrouwelijke stukken die tijdens een fiscale visitatie door de fiscus werden bekomen uit het dossier te zuiveren.

De voorheen bestaande arresten van de Hoven van Beroep, tot voor het besproken vonnis en arrest, stelden telkenmale dat de belastingplichtige bij de aanvang van de fiscale visitatie de bescherming van het beroepsgeheim diende in te roepen. Zo niet, zouden de mogelijk vertrouwelijke gegevens die de fiscus kon bekomen, naar aanleiding van de fiscale visitatie, niet meer uit het dossier gezuiverd kunnen worden. Door voormelde uitspraak wordt niet enkel het a priori inroepen van een mogelijke schending van het beroepsgeheim, maar ook de a posteriori beoordeling van een schending mogelijk waardoor vertrouwelijke gegevens alsnog achteraf, na de visitatie, uit het dossier kunnen worden geweerd. Deze uitspraak brengt bijgevolg een belangrijke nuance in deze problematiek.

Eline Depaepe en Evert Moonen
De Langhe Advocaten

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN