Close

18 april 2024

Fiscaal misbruik: één voor allen, allen voor één!

Fiscaal misbruik resulteert vaak uit een ketting aan rechtshandelingen. Aan het Hof van Cassatie werd onlangs de vraag gesteld of het een vereiste is dat de belastingplichtige formeel deelneemt aan elk onderdeel van deze ketting.

Principe

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer een belastingplichtige zich door het stellen van een rechtshandeling of een geheel van rechtshandelingen (die eenzelfde verrichting tot stand brengt) in strijd met de doelstelling van een fiscale bepaling ofwel (i) buiten het toepassingsgebied van die fiscale bepaling plaatst ofwel (ii) binnen het toepassingsgebied van die fiscale bepaling plaatst, waardoor hij aanspraak maakt op een belastingvoordeel. 

Nieuwe uitspraak door het Hof van Cassatie

Het Hof van Cassatie heeft zich gebogen over de vraag of het vereist is dat de belastingplichtige persoonlijk alle rechtshandelingen, die tot het ‘geheel van rechtshandelingen’ behoren, heeft gesteld, om te kunnen besluiten tot de aanwezigheid van fiscaal misbruik. In de rechtsleer waren, tot voor het cassatie-arrest, verscheidene strekkingen voorhanden. Dit was het gevolg van de verschillende bewoordingen die werden gebruikt in de Franstalige en de Nederlandstalige versie van de antimisbruikbepaling. 

Het Hof van Cassatie heeft onlangs een einde gemaakt aan deze ambiguïteit door te oordelen dat het niet vereist is dat de belastingplichtige formeel deelneemt aan alle rechtshandelingen. Het volstaat dat er een eenheid van bedoeling/opzet bestaat tussen de verschillende rechtshandelingen, waarbij het ‘geheel van rechtshandelingen’ reeds op voorhand op elkaar werd afgestemd als behorend tot een ondeelbare keten.    

De belastingplichtige voerde aan dat er alleen fiscaal misbruik kon zijn wanneer alle rechtshandelingen door hem persoonlijk werden gesteld. Het Hof van Cassatie wees deze zienswijze af.

In het verlengde daarvan oordeelde het Hof van Cassatie ook dat het, teneinde fiscaal misbruik aan te tonen, niet de bedoeling is dat de rechter de verschillende rechtshandelingen die behoren tot het ‘geheel van rechtshandelingen’ afzonderlijk beoordeelt. Het volstaat immers dat er een eenheid van bedoeling/opzet bestaat tussen de verschillende rechtshandelingen die deel uitmaken van dit geheel.

Ten slotte bevestigde het Hof van Cassatie in haar arrest ook nog dat de herkwalificatie van de verrichting(en), als gevolg van het fiscaal misbruik, louter uitwerking verkrijgt op fiscaal vlak, met name voor de belastingberekening. Aan het bestaan en de gevolgen van de handelingen wordt niet geraakt. 

Gevolgen

Hoewel deze zaak zich situeerde in de sfeer van de inkomstenbelastingen, moet worden opgemerkt dat de waarde ervan zich tevens uitstrekt naar andere belastingen met een gelijkaardige antimisbruikbepaling, zoals de erf- en registratiebelasting. In die zin draagt deze uitspraak een belangrijke boodschap uit naar elke master of puppets die zich – voor de vorm – niet heeft vertoond bij één rechtshandeling uit een hele reeks.

Anderzijds moet deze waarde o.i. ook niet worden overdreven. Betekent dit arrest bijvoorbeeld dat bij iedere reeks van rechtshandelingen waarbij de belastingplichtige één rechtshandeling niet heeft gesteld, toch steeds fiscaal misbruik aanwezig is?  Uiteraard niet.

Laat ons eens kijken naar een gekend voorbeeld met betrekking tot registratiebelastingen: de situatie waar iemand een onroerend goed inbrengt in een vennootschap, onmiddellijk gevolgd door de schenking van de aandelen ervan aan één van de kinderen. In een dergelijk geval bestaat het fiscaal voordeel uit de lagere schenkbelasting die van toepassing is op aandelen in vergelijking met onroerende goederen. De cassatieuitspraak leert ons dat de kinderen niet per definitie betrokken hoefden te zijn bij die eerste stap (de inbreng) opdat er sprake kan zijn van fiscaal misbruik. Echter, in casu menen wij dat er andere elementen kunnen zijn die doen concluderen dat er geen sprake is van een fiscaal misbruik, zoals bijvoorbeeld de professionalisering van het beheer van een dergelijk onroerend goed via een vennootschap.

Nuance en onderbouwing blijven nog steeds de sleutelwoorden in de beoordeling van een potentieel geval van fiscaal misbruik.   

Eline Depaepe en Evert Moonen De Langhe Advocaten

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN