Close

4 december 2023

De Europese Herstructureringsrichtlijn 2019: opnieuw hertekening van het Belgische insolventielandschap

Sinds 1 september 2023 zijn de nieuwe insolventieregels van toepassing. Deze nieuwe insolventieregels komen er naar aanleiding van de implementatie van de Europese Herstructureringsrichtlijn 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad. De Belgische wetgever heeft zich echter niet beperkt tot de implementatie. Bijkomend werden een aantal grondige wijzigingen doorgevoerd. Hierdoor wordt het Belgische insolventielandschap opnieuw grondig hertekend, nadat reeds in 2018 een aanzienlijke wijziging gebeurde. Hieronder leest u de belangrijkste wijzigingen die de ondernemer, als schuldeiser of schuldenaar, aanbelangen.

Vroegtijdig ingrijpen via de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden (“KOiM”)

Daar waar de KOiM tot voor kort in hoofdzaak een onderzoeksfunctie had, wordt het nu mogelijk om via de KOiM bepaalde schuldeisers (niet enkel private doch ook publieke zoals fiscus of RSZ) op te roepen om met hen een schikking te onderhandelen. Indien een akkoord wordt bereikt, wordt dit omgezet in een uitvoerbaar proces-verbaal.

Makkelijkere toegang tot een gerechtelijke reorganisatie?

De onontvankelijkheidssanctie bij een gebrekkig verzoekschrift wordt definitief geschrapt. Een schuldenaar kan hierdoor voortaan ook de lijst met gekende schuldeisers beperken tot wat haalbaar is om in kaart te brengen. Indien deze informatie niet meegedeeld kan worden, dienen de redenen gemotiveerd te worden.

Ook wordt het voortaan mogelijk om een lijst van schuldeisers neer te leggen die titularis zijn van “beperkte” vorderingen, die onmiddellijk betaald worden, zodat men deze buiten de reorganisatie kan houden om onverantwoorde administratieve en financiële lasten te vermijden. De praktijk zal uitwijzen of hiermee de toegang tot een gerechtelijke reorganisatie wordt vergemakkelijkt voor kleine zelfstandigen, eenmanszaken,… die vaak niet meer over de vereiste middelen beschikken om zich professioneel en administratief te laten bijstaan bij een gerechtelijke reorganisatie.

Herschikking van de reorganisatieprocedures

Een minnelijk akkoord kan voortaan met slechts één schuldeiser (vroeger minimaal twee).

De gerechtelijke reorganisaties (minnelijk of collectief akkoord) kennen een openbaar of besloten karakter. In het laatste geval wordt geen enkele publiciteit gegeven aan de procedure. Bovendien kan deze ook door een schuldeiser of een aandeelhouder gevraagd worden.

Bij gerechtelijke reorganisaties via collectief akkoord wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen KMO’s en grote ondernemingen. Bij grote ondernemingen wordt de procedure complexer door onder meer een verdere categorisering van schuldeisers. De homologatie van het reorganisatieplan zal minder evident zijn. De controle door de insolventierechtbank wordt verruimd, waarbij ook gekeken wordt of de niet-instemmende schuldeisers beter behandeld worden dan wanneer de normale rangorde bij samenloop zou spelen, de zogenaamde “best creditor’s interest” test. Ook dienen bij grote ondernemingen de aandeelhouders betrokken te worden bij het collectief akkoord.

De vereiste meerderheden van de schuldeisers worden complexer. De maximale opschorting wordt verkort tot 4 maand (i.p.v. 6 maand) en in uitzonderlijke gevallen tot 12 maand (i.p.v. 18 maand).

De overdracht onder gerechtelijk gezag is niet langer een gerechtelijke reorganisatie in hoofdzaak ter vrijwaring van de continuïteit. In wezen is het een procedure tot vereffening van de onderneming geworden.

Faillissement

Een schuldenaar kan voortaan bij de faillissementsaanvraag verzoeken om voorafgaand een deel of het geheel van de activa of activiteiten over te dragen in alle beslotenheid. Een zogenaamde “pre pack” zoals reeds gekend in Nederland. Hiermee wil de wetgever de schuldenaar de mogelijkheid bieden om niet de volledige waarde van de onderneming te verliezen bij een faillissementsvereffening.

Kwijtschelding

De schuldenaar dient bij een faillissement niet langer de kwijtschelding te verzoeken. Deze volgt automatisch bij de afsluiting van de procedure, voor zover geen opheffing van de kwijtschelding wordt gevorderd.

Bart Brunet en Sara Burm
De Langhe Advocaten

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN