Close

30 maart 2018

Fiscale implicaties bij stopzetting van uw eenmanszaak

eenmanszaak stopzetting sole proprietorship

Wie er aan denkt om zijn eenmanszaak om te zetten naar een vennootschap om aan de progressieve tarieven te ontsnappen en van de recent verlaagde tarieven te genieten, moet rekening houden met een mogelijke taxatie van stopzettingsmeerwaarden.

De omvorming van een eenmanszaak tot een vennootschap gebeurt meestal op twee manieren: ofwel

(a) verkoopt de ondernemer zijn actiefbestanddelen aan de vennootschap;

ofwel

(b) doet hij een inbreng van zijn eenmanszaak in een vennootschap. In beide gevallen kan er sprake zijn van een potentieel taxeerbare stopzettingsmeerwaarde.

1. Belastbaar voorwerp

Stopzettingsmeerwaarden worden door de wetgever vrij strikt gedefinieerd. Het betreft meerwaarden verkregen of vastgesteld op activa die voor de beroepswerkzaamheid zijn gebruikt uit hoofde of naar aanleiding van de stopzetting van de activiteit. Zowel vrijwillige als gedwongen meerwaarden zijn geviseerd.

Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden (d.i. naar aanleiding van een verkoop, ruil, inbreng, …) zijn belastbaar op het ogenblik van hun verwezenlijking (de datum van ontstaan van een zekere en vaststaande schuldvordering). Noteer dat stopzettingsmeerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van een verkoop van bedrijfsactiva met een betaling onder opschortende voorwaarde, pas belastbaar zijn op het ogenblik van de realisatie van die voorwaarde.

Gedwongen verwezenlijkte meerwaarden ontstaan wanneer de beëindiging het rechtstreeks gevolg is van een schadegeval of een andere gebeurtenis onafhankelijk van de wil van de ondernemer (bijvoorbeeld bij overlijden). Gedwongen meerwaarden zijn belastbaar op datum van hun effectieve ontvangst (met uitzondering van deze vastgesteld op voorraden en bestellingen, die belast worden op het ogenblik van de vaststelling van de schuldvordering).

Vastgestelde meerwaarden omvatten de (niet-gerealiseerde) waardevermeerderingen reeds uitgedrukt in een akte of geschrift, opgemaakt vóór, bij of ná de stopzetting van de beroepsactiviteit (bijvoorbeeld meerwaarden uitgedrukt in een aangifte van nalatenschap). Deze meerwaarden zijn belastbaar op datum van hun (notariële of onderhandse) vaststelling.

2. Tarief

Het taxatieregime van stopzettingsmeerwaarden is sinds 1 januari 2018 gewijzigd. Vanaf aanslagjaar 2019 (verbonden aan een belastbaar tijdperk dat aanvangt op 1 januari 2018) kunnen stopzettingsmeerwaarden afzonderlijk belast worden tegen 10,00% in de personenbelasting. Voorwaarde is dat de meerwaarde verkregen of vastgesteld wordt (a) naar aanleiding van de stopzetting van de werkzaamheid vanaf de leeftijd van 60 jaar, (b) ingevolge het overlijden of (c) naar aanleiding van een gedwongen definitieve stopzetting. Voor meerwaarden verwezenlijkt op immateriële vaste activa is het afzonderlijk tarief van 10,00% slechts en in die mate van toepassing voor zover de zogenaamde “4 x 4-regel” gerespecteerd wordt. De verkregen of vastgestelde meerwaarde mag niet meer bedragen dan de gezamenlijk belastbare nettowinst die in de loop van de vier jaren voorafgaand aan de stopzetting is verkregen.

Voorbeeld

De eigenaar van een eenmanszaak A (65 jaar) beslist om zijn activiteit volledig stop te zetten en draagt zijn cliënteel over aan ondernemer B.  Hij realiseert daarop een meerwaarde van 100.  Zijn bedrijf kende voor boekjaren 2014, 2015, 2016 en 2017 een totale nettowinst van 90.  Gevolg, de verkregen meerwaarde zal ten belope van 90 belast worden tegen 10,00 %.  Het resterende gedeelte (100-90) wordt progressief belast.

Het taxatieregime kan voortaan als volgt worden samengevat:

Activa Voorwaarde (*) is vervuld Voorwaarde (*) is niet vervuld
–        immateriële vaste activa:

*       onder de 4 x 4-grens

*       boven de 4 x 4-grens

10,00%

progressief

33,00%

progressief

–        materiële vaste activa 10,00% 16,50%
–        financiële vaste activa 10,00% 16,50%
–        andere activa (in het bijzonder: voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen) 10,00% progressief

(*)           Stopzettingsmeerwaarden gerealiseerd (a) naar aanleiding van de stopzetting van de werkzaamheid vanaf de leeftijd van 60 jaar,
(b) ingevolge het overlijden of (c) naar aanleiding van een gedwongen definitieve stopzetting.

 

3. Conclusie

Het verlaagde tarief inzake vennootschapsbelasting (29,58%) kan ondernemers ertoe aanzetten hun eenmanszaak stop te zetten, dan wel in te brengen in een vennootschap. Die verrichting kan gepaard gaan met een uitzonderlijke taxatie van de stopzettingsmeerwaarden. De tarieven die van toepassing zijn op deze stopzettingsmeerwaarden, zijn echter voordeliger dan het normale liquidatietarief in de vennootschapsbelasting (30,00% roerende voorheffing).

Justine Bouckaert

Gepubliceerd in VOKA – Ondernemers West-Vlaanderen, editie 4, maart 2018

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN