Close

10 juni 2019

Retroactieve afschaffing van de minimumbezoldigingsvereiste

Retroactieve afschaffing van de minimumbezoldigingsvereiste

In onze nieuwsbrief van 24 oktober 2018 informeerden wij u nog omtrent de laatste stand van zaken van de minimumbezoldigingsvereiste zoals ingevoerd door de wet van 25 december 2017 en aangepast met de reparatiewetgeving van 
30 juli 2018.

Alle vennootschappen (zowel grote als kleine) kenden vanaf het boekjaar dat aanvangt op 1 januari 2018 de verplichting om aan minstens één bedrijfsleider/natuurlijk persoon een minimumbezoldiging toe te kennen van 
45 000 EUR (met een uitzonderingsregeling indien de belastbare winst relatief laag was). Bij gebreke was de vennootschap onderworpen aan een afzonderlijke aanslag van 5%. Vennootschappen met enkel mandatarissen/rechtspersonen bleken als zodanig automatisch onderworpen te zijn aan de sanctionerende aanslag.

KMO’s (in de zin van het Wetboek van Vennootschappen) riskeerden daarenboven de mogelijkheid tot toepassing van het verlaagd opklimmend tarief (20% op de eerste schijf van 100 000 EUR belastbaar inkomen en 29% daarboven) te verliezen. Opdat een KMO het tarief van 20% kan toepassen, is o.m. vereist dat de vennootschap een bezoldiging aan een bedrijfsleider toekent van minimum 45 000 EUR. Deze dubbele sanctie was voor bepaalde parlementsleden een brug te ver. Een wetsvoorstel tot “opheffing” van de algemeen geldende minimale bezoldigingsvoorwaarde werd vervolgens ingediend.

Dit wetsvoorstel kreeg inmiddels groen licht in de Kamer op 3 april 2019. De minimumbezoldigingsvereiste (zoals opgenomen in art. 219quinquies WIB) wordt retroactief “ingetrokken” (vanaf 1 januari 2018, datum van aanvankelijke inwerkingtreding van de minimumbezoldigingsvereiste). De verplichting voor vennootschappen tot het uitkeren van een minimum bezoldiging van 45 000 EUR op straffe van sanctionering met een bijkomende heffing van 5%, mag daardoor als nooit bestaand worden beschouwd. Noteer evenwel dat deze vereiste behouden blijft voor KMO’s teneinde toepassing te kunnen maken van het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting (vanaf het vijfde belastbare tijdperk vanaf de oprichting).

Justine Bouckaert

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN