Close

13 May 2016

New stance at Vlabel causes turbulence in the world of estate planning

Full version only available in Dutch.

Recent werden op de website van de Vlaamse Belastingdienst (hierna verkort “Vlabel”) enkele nieuwe standpunten gepubliceerd, die voor de nodige ongerustheid zorgen in de wereld van de estate planning.

1          Gesplitste inschrijving van effecten of geldbeleggingen

Een vader wil zijn effectenportefeuille schenken aan zijn zoon. Hij wenst evenwel nog een zekere vorm van controle te behouden over de effectenportefeuille, alsook wenst de vader – zolang hij leeft – te kunnen genieten van de inkomsten.

Teneinde voormelde doelstellingen te bereiken, zal de effectenportefeuille door de vader geschonken worden met voorbehoud van vruchtgebruik. Deze schenking kan enkel voor een notaris gebeuren. Ofwel kiest de vader voor een Belgische notaris, hetgeen tot gevolg heeft dat de schenking automatisch geregistreerd wordt en er schenkbelasting (3% in rechte lijn en tussen partners, 7% tussen alle andere personen) verschuldigd is. Ofwel schenkt de vader voor een buitenlandse notaris, waardoor er geen schenkbelasting verschuldigd is.

Indien de vader evenwel binnen een periode van 3 jaar na de schenking voor de buitenlandse notaris (7 jaar indien het aandelen van een familiale vennootschap betreft) komt te overlijden, zal er alsnog erfbelasting verschuldigd zijn door de zoon. Overlijdt de vader na het verstrijken van voormelde risicotermijn, dan is geen erfbelasting meer verschuldigd en is de effectenportefeuille belastingvrij overgedragen naar de zoon.

Het nieuwe standpunt van Vlabel (standpunt 15004 dd. 21 maart 2016, aangevuld dd. 25 april 2016) viseert nu echter deze gesplitste inschrijving van effecten en geldbeleggingen. Hierdoor zal iedere gesplitste inschrijving van effecten en geldbeleggingen die gebeurde voor een buitenlandse notaris belast worden in de erfbelasting, ongeacht of de risicotermijn verstreken is. Indien in ons voorbeeld de vader vijf jaar na datum van de schenking komt te overlijden, zal zijn zoon toch nog erfbelasting verschuldigd zijn over de effectenportefeuille, tenzij de zoon kan bewijzen dat de schenking ter registratie werd aangeboden en bijgevolg Belgische schenkbelasting betaald werd.

In tegenstelling tot eerdere berichten, zal het nieuwe standpunt van toepassing zijn voor gesplitste inschrijven die gebeuren vanaf 1 juni 2016. Verrichtingen uit het verleden blijven dus buiten schot.

2          Optioneel conventioneel beding van terugkeer

Een vader wenst zijn tweede verblijf aan de kust te schenken aan zijn ongehuwde zoon, onder toepassing van de nieuwe (verlaagde) schenktarieven voor onroerende goederen. Om te vermijden dat hij erfbelasting verschuldigd zou zijn wanneer zijn zoon vóór hem komt te overlijden, wordt een conventioneel beding van terugkeer toegevoegd aan de schenkingsakte.

Een beding van terugkeer voorziet dat wanneer de zoon overlijdt vóór de vader, de gedane schenking niet in de erfenis van de zoon zal terechtkomen, maar (belastingvrij) zal terugkeren naar het vermogen van de vader. Het beding wordt meestal optioneel gemaakt, zodat de vader – in functie van de concrete omstandigheden – de keuze heeft om de goederen te laten vererven naar de erfgenamen van de zoon, dan wel de goederen terug te roepen.

Bij een zuiver beding van terugkeer (i.e. zonder optie) wordt aangenomen dat de schenking ongedaan gemaakt wordt door het loutere feit dat de zoon overlijdt vóór de vader. Bij een optioneel beding van terugkeer is evenwel een uitdrukkelijke keuze vanwege de vader vereist. Vlabel meent dat in dergelijk geval de schenking niet ongedaan gemaakt wordt door het loutere overlijden van de zoon, maar dat de verrichting moet ontleed worden als een overdracht onder bezwarende titel (standpunt 16030 dd. 4 april 2016). Indien de vader het optioneel beding van terugkeer uitoefent, zal bijgevolg het verkooprecht (10% voor onroerende goederen) verschuldigd zijn.

In tegenstelling tot het standpunt met betrekking tot de gesplitste inschrijving van effecten en geldbeleggingen, bevat het standpunt met betrekking tot het optioneel conventioneel beding van terugkeer geen aanvangsdatum. Bijgevolg is het standpunt onmiddellijk van toepassing op reeds gedane schenkingen, alsook op alle toekomstige schenkingen.

Voor meer duiding omtrent de gevolgen van deze standpunten op uw concrete successieplanning, zijn wij uiteraard steeds beschikbaar.

Terug naar overzicht
WEBSITE DOOR CONCEPTTOSCREEN